bodie sorgeloos 2

13 03 2008

Twee jaar. Geen dag gaat voorbij zonder.

J E L L E

meer(klik) en meer(klik)





Een liefdesverklaring

24 11 2007

Voor wie het nog niet wist, ik heb schitterende vriendinnen. Aan één ervan bracht ik hier in het verleden al eens een ode, bij haar definitief vertrek naar de andere kant van de aardbol. De andere zijn me evenveel waard.

Twee ervan leerde ik kennen toen ik in dienst kwam bij het bedrijf waar ik nog steeds werk. Zij niet meer. Aanzienlijk jonger dan ik, maar het klikte direct. Wanneer ik niet zo een hekel had aan de uitdrukking zou ik ze “straffe madammen” noemen. In eerste instantie dwongen ze gewoon respect af door hun manier van werken. Hard. Gedreven. Met enthousiasme en veel inzet. Gewoon Goed. Na een tijd leerde ik ze beter kennen en mijn eerste indruk klopte, het klikte echt. We zaten op dezelfde golflengte.

Sindsdien hebben we lief en leed gedeeld, nooit uitgevoerde plannen gesmeed, uren op café geroddeld en medemensen door het slijk gehaald en onze diepste geheimen aan elkaar bekendgemaakt. Weekendjes weg met zijn allen, met wilde belevenissen (die zich voornamelijk beperkten tot bijna-in-de-broek-plas-situaties). Verhalen sprokkelend om de rest van ons vriendschapsleven over na te genieten.

Maar vanavond was het bijna gedaan. Onze dierbare vriendschap. In elk geval toch met één van hen. S. is te weten gekomen dat ik een blogje heb. Wil ze daarom niet meer bevriend zijn met me? Neen, oef, zo erg is het nu ook niet. Het doet haar zeer. Dat ze het niet wist. Dat ik dat nooit gezegd had. Ghequetst is sy vanbinnen.

Tja, wat kan ik daar op zeggen. Inderdaad slechts weinige mensen die me irl kennen weten van het bestaan af van dit “ding”. Is het dat ik mijn “spielerei” niet belangrijk genoeg vind om het te laten weten? Dat ik het hen niet wil aandoen om zich verplicht te voelen mijn schriftelijke capriolen te volgen en er eventueel op te reageren? Dat ik het niet meer waag om hun er mee lastig te vallen nadat het ooit eens weinig enthousiast en kritisch onthaald werd door één van hen? Toen “bloggen” eens ter sprake kwam en ik schoorvoetend bekende dat ik dat ook deed. Dat ik het zelf ietwat not-done vind? Of dat ik me gewoon zelfs wat schaam voor mijn uitlaatklepje hier en bang ben voor hun kritiek (de enige waarmee ik rekening houd en mals zijn ze niet, de dames, daarvoor zijn het mijn vriendinnen). Nochtans schrijf ik zelden over mijn dagelijkse belevenissen, maar is dit eerder mijn “politiek, sociaal en maatschappelijk” pamflettenboekje. Mijn uit de hand gelopen grapje. Mijn “vent” waartegen ik kan grollen en zagen.

Ik weet het niet. In elk geval, als het een troost mag wezen, het is nooit écht bewust verzwegen. Het is gewoon nooit meer ter sprake gekomen. Tot vanavond het toeval me (of liever S.) een handje geholpen heeft en ze het gewoon “horen zeggen” heeft. En me in haar zo eigen niet mis te verstane bewoordingen liet weten dat ze het niet op prijs stelde.

Vanavond nog gaat er een mailtje rond naar S. en B. Maar ook naar I, M. en L. De vriendinnen die er later bijgekomen zijn via via. Bij de roddelclub, de drinkezusters, de shoe-addicts, de fluisteraars, de ondertussen geweldige mamma’s, degenen waarvoor ik nu de neiging krijg melige woorden te gebruiken. (Maar neen, zover krijgen jullie me nu ook weer niet!)

Slechts dit: ik zie jullie allen graag!

Niet te vergeten, ik beken ook nu direct, om een toekomstig conflict te vermijden: ik heb sinds kort nog een “neveneffect”, een kleiner blogje, een gekkigheidje dat ik samen met Nel onderhou. De orde van de douchekapjes. Join the club, ladies!)





kerkhofbloemen

1 11 2007

(I’m laughing)

I’m crying
I’m dying
I’m flying

Fake boxer
Fake feelings
I’ve lost again
Back against the wall

Thanks for your support

(bodie oognat 13/06/1983 * 13/03/2006)





er is er één jarig hoera hoera!

18 10 2007

Voor SveN.

De man die me leerde bloggen en me op mijn fouten wijst. De meest recht-door-zeeë en daardoor minst hypocriete mens die ik ken. Koel en afstandelijk voor buitenstaanders maar een geweldige vriend voor wie hem beter kent.

Gedreven leerkracht en gepassioneerde hoofdredacteur. Uitmuntend kwisser en levende filmencyclopedie. Tot mijn grote vreugde een geweldig product van mijn opvoeding en dus vooral: mijn fantastische zoon!

Gelukkige 30ste verjaardag!

En nu allen naar “Verantwoord tijdverlies” om hem in grote getale (alle lezers dus!!) te feliciteren! Wat meer reacties zullen hem zeker plezieren.

(elke gelijkenis met echte personen is onbestaande…)





de vanzelfsprekendheid van het verleden

4 10 2007

helaasheid.jpgNog steeds speelt het boek van Dimitri Verhulst door mijn hoofd. De herkenbaarheid heeft veel losgemaakt in mij. De nabijheid van Reetveerdegem misschien nog veel meer. Maar wat ik er zo bijzonder aan vond ligt nog meer in de manier waarop hij schrijft over zijn verleden. Liefdevol, zonder rancune, zonder verachting voor de marginaliteit waarin hij voor een deel is grootgebracht. Zonder oordeel.

Reetveerdegem was het naburig dorp van het dorp waar ik ben opgegroeid. Reetveerdegem was het dorp waarop neergekeken werd. Pff, wat woonde daar? Zatlappen, “gemeen volk”, vechters. Reetveerdegem was te mijden. Ze hadden zelfs nog geen deftige wegen. Toen mijn moeder vernam dat ik het op zondagnamiddag toch waagde van in de Las Vegas te gaan “dansen” was het huis te klein. Waren ze zo al streng, mijn ouders, toen werden ze nog strenger. Zonder resultaat echter. Hoe strenger ze werden, hoe rebelser ik werd. En bleef naar de Las Vegas gaan. My friend the wind. Demis Rousos. Met de fiets of achterop het brommertje van het “slecht” gezelschap langs de verlaten landbouwwegjes met schrik naar huis, tegen de avond. “Waar heb je gezeten!!”.

Dimitri Verhulst is jonger. Dus ik zal hem wel nooit ontmoet hebben. De situaties in het boek zijn echter zo herkenbaar omdat in Reetveerdegem de tijd lang is stil blijven staan en het er tien jaar later nog steeds was zoals ik het tien jaar eerder beleefd heb.

Ik begrijp mijn ouders wel. Later. Niet toen.

In mijn kinderjaren hadden we thuis zelf een café. Mijn moeder wilde echter kost wat kost “onze deugdzaamheid” behouden en we werden naar kostschool gestuurd en in het weekend bij onze grootouders. De tijd dat we thuis waren speelde zich hoofdzakelijk af tijdens de vakanties, als ik dan al niet in Nederland vertoefde. Dan “mochten” we in de keuken Croque-Monsieurs “draaien” (voor meer uitleg richt men zich tot mijn broers). Heel af en toe mochten we in ’t café, toen het “rustig” was. Of toen het druk was maar dan onder de toog flesjes rangschikken (zie het niet als slavenwerk, dàt deden we graag!).

En konden we een glimp opvangen van het caféleven.

Echter, in de rustigste uren waren het nét de dronkaards en de leeglopers die café’s bezochten. De vertegenwoordigers en bankbedienden kwamen onder de middag, de werkmannen in grote getale na vijf uur, de voetbalfans en masse op zaterdag- en zondagnamiddag. De dansers en levensgenieters op zaterdagavond. Maar de zatlappen, de vervelende stinkers, die zater er wel altijd. Denk nu niet dat het er vol mee zat. Ze waren met enkelen, zonderlingen. En werden gemeden. Als lastig aanzien. En zaten steeds alleen. Maar predikten voor heel het café. Was het bij ons het zogezegde “betere” café, toch kwamen ze er graag. Omdat ze mijn mooie moeder konden op stang jagen met hun zatte plagerijen. Omdat mijn vader altijd “ja” knikte en deed alsof hij luisterde en uitermate geïnteresseerd was in hen. Omdat ze tegen ons, de kinderen, konden hun dronkemanspraat uitslaan. Wij waren er een beetje bang van.

Toen ik voor de eerste keer besefte dat ik “maar” een cafédochter was, zat ik in de derde kleuterklas. Ik ging nog naar het dorpsschooltje, drie straten verder. Mijn moeder vroeg aan ouder buurmeisje of ze mij wou meenemen naar school en ze antwoordde dat dat niet kon “want ik kwam uit een café”. Ik weet nog steeds wie het is. Zij waarschijnlijk al lang niet meer, maar ik ben het nooit vergeten.

Op het streng nonneninternaat waren er meisjes die van hun ouders niet met mij mochten omgaan. Omdat ik uit een café kwam. Ik was een voorbeeldig, beleefd en goed opgevoed kind, steeds eerste van de klas in de lagere school, maar toch kwam ik “uit een café“. Was het daarom dat ik later zo rebels geworden ben op het internaat? Misschien. Dat ik de nonnen zo gehaat heb (neen, nog steeds haat) omdat er zelfs één zonder omwegen durfde zeggen dat ik me moest realiseren dat ik maar uit een café kwam en me niet beter moest voordoen dan ik was?

Tegenwoordig staat het goed, een café uitbaten. Of laat ik het anders stellen: een praatcafé uitbaten, of een bistro, een eetcafé of een lounge bar. Vooral in de stad. In de jaren zestig en zeventig was het verdorven. Degenen die het uitbaatten nog meer en degenen die het bezochten al helemaal. In de “betere” kringen, bij de oude onderwijzers en bij de brave parochianen-kerkgangers.

En dit brengt me weer terug bij het boek van Dimitri Verhulst. Hoe geweldig het ook verwoord is, hoe amusant verteld en hoe treffend weergegeven het is, hoe het ook het hele boek doorschemert hoe liefdevol hij is opgegroeid, het kan niet anders dan gestoken hebben. Hij moet het beseft hebben. Dat er op hem en zijn familie neergekeken werd. En het moet pijn gedaan hebbben. Slecht één keer haalt hij het aan, in de passage met Franky en de zalige wraak die hij erop kan nemen, en die zijn nonkel voor hem genomen heeft.

En het roept bij mij de sfeer op van de geweldige BBC reeks “Shameless“, waarin kinderen opgroeien in een min of meer gelijkaardig milieu, maar in de reeks wordt nooit geoordeeld, nooit een standpunt ingenomen. Het enige wat boven alles spreekt is de liefde die de familieleden voor elkaar voelen.

En alhoewel het ongelooflijk grappig en amusant is om de familie in de weer te zien, blijft het deep down, wanneer je er echt bij stilstaat, één en al tristesse. Omdat het bestaat, maar dan zonder de humor. De grauwheid en ellende.

Net zoals in de helaasheid der dingen…. En in elk dorp dat wel wat van Reetveerdegem in zich heeft…





van je familie moet je ’t hebben…

23 09 2007

Ik moet waarschijnlijk de enige zijn: in mijn dressing hangen geen joggingpakken. Geen sportkleding meer sinds ik gestopt ben met lopen, geen legging, geen jeans. Ik hou er niet van. Thuis draag ik gemakkelijke wikkelkleedjes of losse rokjes of blijf gewoon dragen wat ik al de hele werkdag gedragen heb.

Met het vooruitzicht op vier weken recuperatie waarbij ik voornamelijk bed en bank moet houden, had ik echter besloten me een gemakkelijk zacht fluweel-achtig, blits en stijlvol huispakje/jogging/pyjama aan te schaffen. Multifunctioneel, je kan er even tot mee in de tuin, je kan er bezoek mee ontvangen en buitenshuis mag ik toch niet komen. Ondanks mijn afkeer voor deze “hiphop” uitrusting vond nog best te doen eens ik het effectief droeg. En wat een comfort al een hele week. Geen half uur voor de kleerkast.

Tot zoon op ziekenbezoek kwam vandaag.

“Moe!! Wat draag je nu????!!!!!” Vol afschuw.

“Wel, geweldig toch, lekker comfortabel, modieus. Vind je niet dat ik erg Madonna-like ben?”

Terwijl ik er een paar pasjes mee liep alsof ik me op de Parijse catwalk bevond, kreeg ik de bloednuchtere commentaar:

“Madonna? Eerder Edina die graag Madonna wil zijn…”





potten breken

23 09 2007

“Zeg schat, heb ik je dat verhaal al verteld van Paul Pot?”

Out of the blue, zonder aanleiding, zomaar, schoot me ineens de succes-story te binnen van de eenvoudige gsm-verkoper, de winnaar van één of andere idolenwedstrijd en nu al bekend in heel Europa. Wie kent er hem nog niet?

E. dus, dat wist ik. E. interesseert zich niet in idolenprogramma’s, leest geen pulpblaadjes. E. weet niet wat zich in de muziek- en mediawereld afspeelt, behalve dat Brenner komt optreden in BOZAR en wanneer Philip Herreweghe een nieuwe CD uitheeft. E. leest libretto’s en biografieën, E. leest in De Standaard alleen de politieke en buitenlandse verslaggeving en in De Tijd de beursberichten. E. kijkt naar Kanaal Z en Russische films. E. weet niet wie Hans Otten is of Nathalia. En dat is niet uit snobisme. Het gaat bewonderenswaardig aan hem voorbij. Net of hij een soort goed-van-pas-komende oogkleppen draagt.

Maar omdat hij een kenner is wou ik nu toch wel eens weten wat hij dacht over de zangkwaliteiten van deze Paul, het nieuwe idool.

“Zeg schat, heb ik je dat verhaal al verteld van Pol Pot?”

Terwijl hij in alle rust in zijn potten stond te roeren, ik al een tijdje aan het lezen was en mijn huis in perfecte stilte gedompeld was. Even rustig en nuchter kwam het antwoord.

“Ik weet dat je alles aan iedereen wil leren en uitleggen, dat dat je enige ware roeping en zending in je leven is, maar ga je nu écht niet wat te ver?”

“Hoe, te vér? Ken je het dan, dat verhaal, dat verbaast me?!”

“Ja, natuurlijk, het zou nogal erg zijn dat ik Pol Pot en zijn Killing Fields niet kende, heel af en toe lees ik ook wel iets of vang ik eens iets op….!”





er is er één jarig hoera hoera!

11 09 2007

Voor Peter.

De man die me alles probeerde te leren over W(w)att en vermogen, testa-rossa’s, de werking van de kurkentrekker en andere machines. En Lego.

Einzelgänger en nuttige dwarsligger, technisch genie en knutselaar-uitvinder, maar vooral mijn verstandige en begrijpende liefste kleine broertje!

Gelukkige verjaardag!

(elke gelijkenis met echte personen is onbestaande…)





er is er één jarig hoera hoera!

10 09 2007

Voor Thomas.

Jongste en “kleinste” (+/- 2 m) neefje, die vandaag 16 wordt en dus vanaf nu in de “goei” stoelen aan de grote tafel mag zitten.

Gelukkige verjaardag!

(En die ik al lang eens onderstaande clip wou tonen omdat ik weet dat hij dit “niet-te-doen” zal vinden, maar me niet meer herinner of ik het ook effectief gedaan heb, dus bij deze… Misschien ben ik ondertussen ook wel al hopeloos achter en heeft deze clip al de hele aardbol rondgereisd… maar ik vind hem in elk geval nog steeds geweldig!)

(elke gelijkenis met echte personen is onbestaande…)





kiezen is verliezen… oh neen!

29 08 2007

Wat een verscheurende keuze:

* één week “un coin du paradis

* in diezelfde week drie concerten: Alfred Brendel en Crowded House OF Feist én een te gekke verjaardagsparty van iemand die dertig wordt!!

Ik denk dat ik maar voor keuze één ga, want hoe kan ik ooit kiezen tussen Feist of Crowded House?

Gelukkig is er op 19 november nog Roisin Murphy in AB!